top of page

Racisme binnen de hedendaagse wetenschap

Het wetenschappelijke racisme is voornamelijk bekend door de aanwending van onder andere kolonisten, het Apartheidsregime en de nazi’s om hun racistische praktijken te rechtvaardigen. Sinds er nauwelijks traditioneel kolonialisme meer is, de Apartheid in Zuid-Afrika is afgeschaft en de nazi’s van het grote wereldtoneel zijn verdwenen, lijkt het wetenschappelijk racisme ook verdwenen. Toch sluipt het racisme langzamerhand weer terug in het hedendaagse wetenschappelijk onderzoek. Via de wetenschap worden er nog steeds rechtvaardigingen gezocht voor verschillen tussen vermeende rassen. Hieronder komen jullie twee thema’s (racisme met betrekking tot sport en intelligentie) tegen rondom het racisme in de hedendaags wetenschap.

 

Wetenschappelijk racisme en sport

Tegenwoordig wordt er gesteld dat we leven in een wereld die voor het overgrote deel 'kleurenblind' en 'post-raciaal' is. Toch blijkt er nog een wijdverbreid geloof te bestaan in het verband tussen genetische raciale verschillen en atletische superioriteit. Devon Goss en Matthew W. Hughey hebben onderzoek gedaan naar 24.000 krantenartikelen uit de periode 2003-2014. Uit het onderzoek blijkt dat de artikelen die ras, genetica en atletiek bespraken er 55 procent vanuit ging dat sporters met Afrikaanse voorouders excelleren vanwege hun genetische raciale verschillen met andere rassen. Het is zelfs zo dat sommige artikelen stelden dat Afro-Amerikaanse en West-Indische sprinters het snelste waren door hun afstamming van voorouders met een hoog testosterongehalte doordat zij slachtoffer waren van de wrede omstandigheden van de trans-Atlantische slavenhandel. Dit standpunt wordt geponeerd in de documentaire ‘Michael Johnson: Survival of the Fastest':

​

Deze documentaire heeft veel stof doen opwaaien. Ten eerste omdat de documentaire een gevoelig onderwerp raakt, maar ook omdat Michael Johnson een ‘positieve’ nasleep verbindt aan de wrede omstandigheden waarin slaven moesten leven. Hij stelt namelijk dat de sterkste slaven gevangen werden genomen om vervolgens naar Noord-Amerika, Zuid-Amerika en de Cariben vervoerd te worden. Door de slechte omstandigheden op deze reis stierven veel van deze slaven. Alleen de sterkste slaven overleefden de reis, volgens Michael Johnson hadden deze overlevenden dan ook een superieur gen waardoor ze konden overleven. Johnson stelt dat het dit gen is waarover de donkere gemeenschappen beschikken en daardoor goed zijn in atletiek. Ondanks groot geloof in deze stelling, heeft de wetenschapper Joseph L. Graves Jr. in zijn boek The Emperor’s New Clothes: Biological Theories of Race at the Millennium deze stelling ontkracht. Er bestaat namelijk helemaal niet zoiets als een gen of een allel voor snelheid. Hoewel bijvoorbeeld sprinters wel een hoog testosterongehalte hebben, kunnen niet alle mensen met een hoog testosterongehalte goed sprinten. De verschrikkelijke condities waaronder de slaven moesten leven hebben zonder twijfel psychologische, economische en politieke consequenties gehad voor afstammelingen, maar in ieder geval geen genetische. Uit het volgende citaat van Johnson blijkt toch dat er een groot geloof is in een hiërarchie van rassen die in werkelijkheid niet bestaat: ‘All my life, I believed I became an athlete through my own determination, but it’s impossible to think that being descended from slaves hasn’t left an imprint through the generations. Difficult as it was to hear, slavery has benefited descendants like me – I believe there is a superior athletic gene in us.’. Hierbij gaat hij ook voorbij aan het idee, en doet hij zichzelf teniet, dat het succes van donkere mensen in atletiek een resultaat is van hard werken, toewijding en omgevingsfactoren die invloed hebben op je kans op slagen als sporter.

​

Wetenschappelijk racisme en intelligentie

In het verleden werd het raciale denken vaak in verband gebracht met intelligentie. In de eerste les hebben jullie al geleerd dat zelfs grote denkers zoals Voltaire dit deden. Voltaire stelde namelijk dat ‘een man met een platte zwarte neus’ nauwelijks intelligentie heeft. Het is alleen een misvatting dat dergelijk gedachtegoed tot het verleden behoort. Een bekend voorbeeld van de combinatie tussen hedendaags wetenschappelijk racisme en het verbinden van intelligentie aan ras is het artikel ‘How much can we boost IQ and Scholastic Achievement?’ uit 1969 van Arthur Jensen. In dit artikel stelt Jensen dat IQ voor het overgrote deel bepaald wordt door genen op basis van ras en dat intelligentie grotendeels bepaald wordt door erfelijkheid. Door dit te stellen plaatst Jensen de invloed van genetische factoren boven omgevingsfactoren met betrekking tot het produceren van verschillen in IQ’s. Naar aanleiding van dit artikel werd de term ‘Jensenisme’ bedacht, dit houdt de gedachte in dat IQ grotendeels wordt bepaald door genen, waaronder de raciale erfenis. Dit gedachtegoed gaf aanleiding tot een groot publiek en wetenschappelijk debat waarbij Jensen veel kritiek ontving. Een paar van de belangrijkste kritiekpunten zijn dat een IQ-test geen stabiele meting van intelligentie doet, dat IQ door omgevingsfactoren wordt beïnvloed en dat er geen bewijs is voor genetische verschillen in raciale intelligentie. Het artikel gaf ook aanleiding tot het veel recentere boek The Bell Curve: Intelligence and Class Structure in American Live van Richard Herrnstein en Charles Murray uit 1994. Dit boek bouwt deels voort op het werk van Jensen. De hoofdstukken over raciale groepen met verschillende gemiddelde IQ’s veroorzaakte veel controversie, hierin werd namelijk gesteld dat verschillen in IQ genetische bepaald zijn. De meeste kritiek kregen de auteurs op het feit dat zij het verschil in IQ tussen zwarte en witte mensen ook verbonden aan de genetische erfelijkheid van intelligentie. Kort gezegd concluderen de auteurs dat aangeboren intelligentie een belangrijke rol speelt bij het veroorzaken van armoede bij zwarte mensen in de Verenigde Staten. Maar kan er wel gesteld worden dat intelligentie aangeboren is? Spelen er geen andere factoren mee? Hieronder kunnen jullie met andere leerlingen discussiëren over wetenschappelijk racisme met betrekking tot intelligentie (klik op 'inloggen' en vervolgens kunnen jullie een account aanmaken). Denk voornamelijk aan de rol van de omgeving in het veroorzaken van armoede, het nature vs. nurture-debat en de waarde van een IQ-test. 

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

Samenvattend

In deze les hebben jullie geleerd dat het wetenschappelijke racisme niet tot het verleden behoort, tegenwoordig komt het namelijk nog steeds veelvuldig voor. Belangrijke thema's binnen het wetenschappelijke racisme zijn tegenwoordig de relatie tussen ras en fysieke kenmerken en intelligentie. Jullie hebben kunnen lezen dat er geen gen is die bepaalt hoe goed je kan sprinten, daarnaast is de overdraagbaarheid van intelligentie discutabel. Met betrekking tot deze onderwerpen moet er meer aandacht besteed worden aan omgevingsfactoren.

​

Test je kennis over de lesstof door de proeftoets te maken! Deze is te vinden onder het kopje "More".

​

​

bottom of page